Mindful wandelen hielp mijn kind de berg op

‘Voetje voor voetje, kijk naar de stenen onder je voeten, je bent nu hier’. We zijn hoog in het Mont Blanc massief en mijn woorden weerkaatsen tegen de rotsen de oren van mijn dochter in. We wandelen mindful.

Het ging zo. Mijn man en ik doen graag bergwandelingen. Onze dochters ook, op voorwaarde dat het een avontuurlijk pad is (lees: boomwortels, stenen, rotsen, kronkelpaden langs hellingen) en niet mega lang. Die dag hadden we een prachtige wandeling uitgekozen met een subliem zicht op het massief en de witte toppen, we passeerden ook langs eeuwige sneeuw. Helaas was het een erg lange tocht voor de benen van mijn dochters en een halve tocht steil naar omhoog, maar echt steil, om dan vanaf de top alleen nog te dalen. Het was lastig klimmen, ik geef het toe. Ook voor mij was het lang en uitputtend.

Onze jongste dochter had er geen zin meer in. Het geklaag begon en hield aan. Ze zat vast in haar eigen jammergedachten. Er restte spanning en kramp in haar hoofd. Al onze pogingen enige motivatie in haar te brengen de berg op te komen, brachten geen soelaas. Ken je deze?

– ‘Hoe trager je gaat, hoe later we aankomen.’
– ‘We kunnen niet terugkeren.’
– ‘Telkens opnieuw starten is lastiger dan gestaag verder stappen.’
– ‘Hoe eerder we op de camping aankomen, hoe langer je er kan spelen.’

En voor liedjes waren we deze tocht ook zelf te uitgeput.
Bovendien raakte ik door haar gepruttel geïrriteerd. Mijn geduld was bijna op.

Maar wat een fenomenaal prachtig uitzicht over het Mont Blanc massief: sneeuw, gletsjers, grillige toppen, avontuurlijke paden met rotsen en stenen, een bergmeer op 2400m hoogte waar onze jongste dochter even in zwom en we allen pauze namen, marmotten tussen de struiken.

Of ik even een mindfulness oefening met haar wilde doen, stelde mijn man voor. Tuurlijk. Maar waar begin ik? Welke oefening kies ik? In de praktijk begin ik meestal met de ademfocus. Ik schatte in dat ze hier nu niet veel aan zou hebben. De oefening die ik ’s avonds bij haar in bed doe, zou ook niet veel bijdragen. Intuïtief voelde ik aan dat ik concreet ging moeten zijn, rond iets wat ze nu doormaakte. Dus creëerde ik zoals zo vaak zelf een oefening.

Ik vroeg haar of ze wilde meedoen. Ik kon de oefening enkel doen wanneer zij de beslissing maakte mee te doen; ik kon het niet voor haar doen. Het is een verstandige meid, zulke vragen begrijpt ze. Ze stemde in.

‘Kijk naar je voeten, stapje per stapje. Deze stap, en deze stap, en deze stap. Bij elke stap is er een andere steen.’ Ik vroeg haar om met haar aandacht hier te zijn, bij haar benen en voeten. Ik vertelde haar dat we het meeste last hebben van die hardnekkige gedachten van “geen zin, het is nog zo ver, ik wil niet meer”. Die gedachten zijn veel lastiger dan met aandacht de ene voet voor de andere te zetten. Ze deed mee. En hoe?! Wat ben ik ongelooflijk trots op haar. Na een tijdje keken we achterom; ze schrok van de afgelegde weg op de helling. We keken naar boven, nog een steil stuk te gaan, eindeloos ver. De knagende gedachten kwamen in een tel terug, samen met de spanning in haar lijf en het willen opgeven. We keerden terug naar ‘Deze stap, en deze stap. Adem in, adem uit.’

Niets geeft mij zoveel voldoening als mijn kind te helpen zichzelf te zijn en vertrouwen te hebben in zichzelf. Ken je dat gevoel?
En weet je wat ik ook zo fijn vind? Met mindful wandelen help ik haar, en tegelijk help ik mezelf. De kramp trekt ook weg uit mij.
De verbinding tussen haar en mij was terug puur.

Om je kind tijdens piekeren of opgeefmomenten te helpen mindful te zijn, helpt het natuurlijk als je zelf weet wat het is en er oefenervaring mee hebt. Je kan iemand niet leren wat je zelf niet beheerst. (Eigenlijk klopt dat maar ten dele. Het volstaat om één stap verder te zijn dan diegene die je wil helpen. Dus leg de lat niet te hoog voor jezelf.) Gewoon zelf oefenen zal jouw vertrouwen versterken om je kind – of iemand anders – te begeleiden.

Ik wens je heel veel oefenplezier. Met de nadruk op plezier en op oefen. Het moet niet perfect. Nu niet. Nog niet. Nooit eigenlijk.