Piekeren, zich snel zorgen maken, geen raad weten met lastige emoties en in de hoop op een uitweg erover blijven doordenken. Met als gevolg spanning en kramp in hoofd en lijf. De gedachten komen met de snelheid van een raket; je lijkt er geen halt tegen te kunnen zeggen.
Verdriet, boosheid, angst, schaamte, schuld, teleurstelling, jaloezie, we ervaren dat niet graag. We willen er graag van verlost zijn. En dus blijf je doordenken in de hoop op het vinden van de uitweg. Echter, je denkt jezelf vast, je gaat je steeds verder ‘vernestelen’ in de spiraal van gedachten en emoties. Je ervaart dit alles intens, intenser dan vele anderen.
Je weet niet meer welk spoor te vertrouwen: de emoties en de gedachten errond die de emoties bevestigen of eerder de rationele tegenargumenten.
De intensiteit van voelen en de veelheid van denken doen je soms twijfelen aan jezelf: ‘Ben ik wel normaal?’